Op dit moment van schrijven is Beverbende by far het kinderspelletje dat ik het meeste speel met mijn dochtertje en zoontje. We hebben het al zó vaak gespeeld dat de scorevelletjes nu (na een paar maanden) bijna op zijn. Al die potjes hebben mij diverse inzichten gegeven die ik graag met je deel.
Daarom vind je in dit blog 9 Beverbende tips en tactieken die je kunnen helpen het spel te winnen!
Vooropgesteld: er zijn een aantal termen die al snel door elkaar heen worden gebruikt: tips, tactiek en strategie. Een strategie is een lange termijn plan met als doel, de winst. Echter, er is geen Beverbende strategie. Het is immers geen strategisch spel. Simpelweg omdat je niks kunt plannen. Je bent afhankelijk van kaarten die jij en je tegenstanders krijgen. De geluksfactor in Beverbende ligt dus best hoog. Ondanks dat kun je wel een aantal slimme, tactische keuzes maken. En die tactieken deel ik met je in dit blog.
1 – Ken de kaartverdeling
In Beverbende heb je kaarten met de waardes 0 t/m 9. Echter, de waarden 0 t/m 8 komen elk vier keer voor. En de 9? Daar zitten maar liefst 9 kaarten van in het spel. De kans dat je een 9 krijgt is dus groter dan elk andere getal. Wat kun je hier mee?
Nou, heb je bijvoorbeeld een 5 voor je liggen? Weet dan dat de kans groter is dat je een slechtere kaart pakt, dan dat je een betere kaart pakt.
Dit werkt ook andersom. Pak je een 5 van de trekstapel en weet je je binnenste 2 kaarten niet? Dan is de kans groter dat die kaarten slechter zijn dan jouw 5. Zijn je buitenste kaarten sowieso beter dan die 5? Dan zou ik je 5 gewoon omwisselen met een van je binnenste kaarten. De kans dat je er iets beter voor terugkrijgt is namelijk groter.
2 – Wissel dezelfde kaarten altijd om
Heb je een 9 voor je liggen en trek je een 9 van de trekstapel? Wissel deze dan om. Je wordt er niet slechter van en het mooiste: Je oplettende tegenstander zal denken dat je een betere kaart hebt gekregen. Grote kans dat hij of zij een ruilkaart speelt voor die 9 van jou. Jij wordt hier niet beter van, maar je tegenstander wel slechter. Helemaal omdat deze speler niet weet wat hij of zij van je kreeg.
3 – Wat laten anderen liggen en wat leggen ze af?
Ligt er een 5 op de aflegstapel en pakt een speler die niet? Dan is er een grote kans dat al zijn of haar ‘geziene’ kaarten ongeveer gelijk zijn aan die 5 of zelfs beter. En trekt een speler een getalkaart en legt hij deze direct weer af? Dan is er een grote kans dat alle geziene kaarten beter zijn dan de zojuist afgelegde kaart.
4 – Ruil altijd je slechte kaarten
Dit klinkt misschien logisch, maar toch zie ik dit weleens fout gaan. Ik zie dan dat een speler alleen wil ruilen als deze er een goede kaart voor terugkrijgt. Weet hij of zij niet wat ervoor terugkomt? Dan wordt vaak niet geruild. Mijn tactiek is om altijd je slechte kaart te ruilen. Ten eerste kun je er niet slechter-, maar misschien wel beter van worden. Ten tweede geef je je tegenstander iets slechts. Bovendien ontneem je – mits je een kaart pakt die je tegenstander kent – hem of haar informatie.
5 – Let op spelers die niet willen ruilen
Trekt een speler een ruilkaart, maar wil hij of zij niet ruilen? Dan zijn alle kaarten – die de speler heeft gezien – waarschijnlijk gemiddeld of zelfs goed. Dit betreft sowieso de buitenste kaarten want die weet een speler altijd. Kun je daarna dus een keer ruilen en heb je nog slechte kaarten? Dan zou ik zeker overwegen om met deze speler te ruilen.
6 – Een hoge kaart of actiekaart omwisselen?
Heb je een 7, 8 of 9 én een rode kaart in je gebied liggen? Dan kom je voor een interessante keuze te staan als je een lage kaart trekt. Immers, met welke ruil je ‘m om? Persoonlijk zou ik altijd voor de kaart met hoge waarde kiezen en de actiekaart laten liggen. Laatstgenoemde wissel je aan het einde van de ronde nog in en dan kan het gebeuren dat je er een lage kaart voor terugkrijgt.
7 – Spieken als je alle kaarten al kent
Weet je al welke kaarten er voor je liggen en mag je spieken? Dan zou ik altijd een kaart met een lage waarde bekijken en er neutraal over doen. Mijn ervaring is dat andere spelers deze kaart dan toch vaak laten liggen als ze mogen ruilen. Ik denk dat dit komt omdat men ervan uit gaat dat je je goede kaarten onthoudt. Bekijk je een kaart? Dan was die blijkbaar niet zó goed…
8 – Klop op het juiste moment (of niet)
Je moet kloppen als je goede kaarten hebt, toch? Dat is waar. Maar… als je klopt vertel je jouw tegenstanders ook dat je relatief goede kaarten hebt. En het vervelende is dat elke tegenstander nog een keer na jou aan de beurt is. Pakken ze dan nog een ruilkaart? Dan is de kans groot dat ze met jou gaan ruilen. Krijg je alsnog een slechte kaart (of meer).
Dus, wanneer moet je kloppen?
Met 2-3 spelers kun je gerust kloppen. Dan is de kans namelijk klein dat iemand na jou nog een ruilkaart pakt. Bij 5-6 spelers is die kans veel groter.
Klop je dan nooit bij hogere spelersaantallen? Jawel hoor. Ik doe dat meestal als ik na een paar rondes weet dat ik goede kaarten heb. Dan kan ik wel langer gaan wachten, maar dan geef je andere spelers ook weer de tijd om betere kaarten te pakken. Plus, zijn bijna alle ruilkaarten al gespeeld (er zijn er 9)? Dan zal ik ook sneller kloppen.
9 – Wees onvoorspelbaar
Speel je met onervaren spelers of spelers die niet echt goed opletten? Dan kun je met mijn vorige Beverbende tactieken je kans om te winnen flink vergroten. Speel je echter met oplettende, gevorderde spelers die alles in de gaten houden? Probeer dan juist om niet altijd mijn tips te volgen, maar wees onvoorspelbaar. Zorg dat je tegenstanders niet weten uit welk hout jij gesneden bent.
Nu ben jij aan de beurt!
In dit blog heb ik je verschillende tips en tactieken gegeven die je winkans bij Beverbende vergroten. Ik ben me ervan bewust dat niet elke tactiek altijd kan en/of goed zal uitpakken. Daarnaast zijn er vast nog wel meer tips & tricks te bedenken.
Wat vind jij van deze Beverbende tips? Ken je nog een tip die ik niet heb genoemd? Let me know in een reactie!