Na het succes van Sea Salt & Paper komt Gam’inBIZ met een nieuwe aanvulling op haar gamma: Pixies. Een klein kaartspelletje met opvallende looks.
In dit blog geef ik je Pixies speluitleg en beantwoord ik graag je vragen over de spelregels.
Voordat je begint met lezen: Gam’inBIZ gaf mij het kaartspel Pixies zodat ik er een interessant blogartikel over kon schrijven. Dit artikel is dus gesponsord. Maar ik heb mijn redactionele vrijheid behouden en volledig zelf bepaald wat ik in dit artikel heb gezegd.
In dit blog geef ik je de speluitleg van het kaartspel Pixies. Heb je vragen? Stel ze gerust. Via onderstaande links vind je m’n andere blogs over dit spel.
Heb je een vraag over de spelregels van Pixies? Stel ‘m dan gerust in een reactie onder dit blog. Ik beantwoord je vraag zo snel mogelijk!
Korte speluitleg
In Pixies gaat elke speler een raster maken van 3 bij 3 kaarten (denkbeeldig genummerd van 1 t/m 9). Elke beurt leg je zoveel kaarten open (die ook de nummers 1 t/m 9 hebben) als het aantal spelers, nemen spelers om de beurt een kaart en leggen die in hun speelgebied op het veld met het ‘overeenkomstige’ getal. Ligt er nog geen kaart in dat veld? Dan leg je de kaart open neer. Ligt er al een gedekte kaart? Dan leg je de nieuwe kaart er open op. Ligt er al een open kaart? Dan mag je kiezen of je die óf de nieuwe kaart open bovenop legt. Liggen er al 2 kaarten op een veld? Dan moet je de nieuwe kaart gedekt op een leeg veld naar keuze leggen. Heeft een speler op elk van zijn velden ten minste 1 kaart liggen? Dan maak je de ronde af en volgt een puntentelling. Je krijgt punten voor velden met 2 kaarten en de grootste groep aaneengesloten kaarten van dezelfde kleur. Symbolen op kaarten kunnen plus- en minpunten opleveren. Noteer de punten. Speel nog 2 potjes en tel alle punten op.
De speler met de meeste punten wint.
Uitgebreide spelregels
Hieronder vind je mijn uitgebreidere handleiding of gebruiksaanwijzing van Pixies. Die deel ik op in de volgende onderdelen:
- Voorbereiding
- Spelverloop
- Einde van het spel
1. Voorbereiding
Schud de kaarten, vorm een gedekte stapel en zorg dat iedereen ruimte op tafel voor zich vrij heeft om een 3×3 raster van 9 kaarten te maken. Bepaal de startspeler en je kunt beginnen.
2. Spelverloop
Je speelt Pixies in 3 potjes. Elk potje bestaat uit een onbepaald aantal rondes. Iedere ronde bestaat weer uit de volgende fasen:
- Markt aanvullen
- Kaarten kiezen
- Controle
Fase 1: Trek eerst zoveel kaarten van de trekstapel en leg ze open op tafel.
Fase 2: Vervolgens kiezen spelers om de beurt (te beginnen met de startspeler) een kaart uit de markt en leggen deze in hun denkbeeldige 3×3 raster. Elk vakje nummer je in gedachte – van links naar rechts en van boven naar beneden – met 1 t/m 9. Die kaart die je pakt leg je op het vakje met overeenkomstig getal in je raster.
Nu zijn er 3 scenario’s mogelijk:
Het vakje in je raster is leeg: Leg de kaart hier open neer.
Er liggen 2 kaarten op het vakje: Leg dan je kaart gedekt op een ander, leeg vakje naar keuze neer.
Er ligt 1 kaart op het vakje: Is de kaart gedekt? Dan leg je jouw kaart er open bovenop. Is de kaart open? Dan mag je kiezen welke van de 2 kaarten je gedekt onderop en open bovenop legt.
Je ziet, er kunnen maximaal 2 kaarten op een vakje liggen. Daarbij is het belangrijk dat iedereen altijd kan zien hoeveel kaarten er op een vakje liggen. Leg de kaarten dus bij voorkeur dakpansgewijs over elkaar heen.
Fase 3: Tot slot kijk je of een speler geen lege plekken meer in zijn of haar raster heeft. Is dit het geval? Dan eindigt het potje en volgt de puntentelling. Zo niet? Dan vervolg je weer met fase 1.
3. Einde van het spel
Je speelt 3 potjes. Aan het einde van elk potje volgt een puntentelling. Spelers krijgen namelijk punten voor:
- Vakjes met 2 kaarten
- Grootste aaneengesloten kleurengebied
- Symbolen op kaarten
Voor elk vakje met 2 kaarten krijg je zoveel punten als het vakje waard is. Was het vakje 3? Dan is dat vakje dus 3 punten waard.
Voor het grootste kleurengebied kijk je welk gebied uit de meeste kaarten van één kleur bestaat. De kaarten zijn aaneengesloten als ze orthogonaal (horizontaal en verticaal) met elkaar verbonden zijn. Je scoort maximaal 1 gebied, ook als je twee gebieden hebt die even groot zijn. Elke kaart in het gebied levert punten op. In potje 1, 2 en 3 zijn dat respectievelijk 2, 3 en 4 punten per kaart.
NB: Je kunt jokers mee laten doen met de grootste groep, mits aangesloten natuurlijk.
Voor de symbolen op kaarten geldt: what you see, is what you get. Tel het aantal wervelwind-symbolen. Dat zijn pluspunten. Tel het aantal kruisjes. Dat zijn minpunten. Daarnaast zijn er nog kaarten die punten geven voor elke andere kaart van die kleur. Tel al die punten bij elkaar op en je hebt de totale punten voor je kaarten.
Tot slot tel je alle punten bij elkaar op. Noteer de punten en speel het volgende potje.
Na het 3e potje tel je de scores van alle potjes bij elkaar op. De speler met de meeste punten wint.
Nu ben jij aan de beurt!
In dit blog vertelde ik je hoe je Pixies speelt. Via onderstaande links vind je m’n andere blogs over dit spel.
Heb je nog een vraag over de spelregels? Stel je vraag gerust in een reactie.
Voor de hoofdafbeelding van dit blog is een foto gebruikt van Jerzy Górecki via Pixabay.